Rob en Peter hebben het bijster originele idee om een bed en breakfast te gaan beginnen en dat moet gebeuren in Portugal. Daar hebben ze een witte villa gekocht die ze vol trots The White House noemen. Dit is duidelijk gefilmd in een tijd dat je zoiets nog met trots kon zeggen.
Peter is uitvaartbegeleider en Rob heeft vast ook wel een baan, maar daar praat hij niet over. Allebei willen ze meer in het leven en toen ze hun toekomstige huis in Portugal zagen viel alles op z’n plaats. Samen zitten ze ook bij het Apostolisch Genootschap. Ik weet niet precies wat dat is, maar je kunt er cake uit de supermarkt eten en liedjes van Elly & Rikkert zingen. Jolijt alom dus.
Nadat er afscheid is genomen van petekind Eva (met wie ze naar Engeland én Londen zijn geweest) laat Rob op de valreep nog even zijn galblaas verwijderen. Want wat moet je met een galblaas in Portugal? Ook wordt er een bezoek gebracht aan de binnenhuisarchitect die vertelt dat hij iets met kleur wil gaan doen. Duidelijke taal dus. Daar kun je mee aankomen in het buitenland.
Eenmaal in Portugal lijkt er even gedoe met het contract, maar dat is van korte duur. Aan de villa hoeft eigenlijk niets te gebeuren, maar omdat klussen een essentieel onderdeel van Ik vertrek is wordt er een witte muur wit geschilderd om daarna volgens Portugese traditie te gaan zwemmen in je onderbroek.
Maar dan lijkt het noodloot toch nog even keihard toe te slaan. De bedden zijn er namelijk niet en een bed en breakfast zonder bed is alleen een ontbijtje. Wat nu? En zal petekind Eva, die zo graag wil komen logeren, genoeg zakgeld sparen om een kamer te kunnen betalen? Kijk het hier allemaal terug.