Ik zal je Brel citeren
En je voorlezen uit Schmidt
Zal als Wilmink voor je dichten
Tot je in het stof de parels ziet
De schoonheden van Hermans
En van Shaffy en van P.
Geef ik jou, je mag ze lezen
Zijn voor jou, dus neem maar mee
Van Suzanne aan het water
Tot een sterrennacht in mei
En van de appels op de tafelsprei
En we storten ons in zinnen
En in woorden van weleer
Zoals fammelen en flonken
Jij schrijft op en ik dicteer
Van Suzanne aan het water
Tot aan de verboden kus
Van Romeo en Julius
Dan vinden we een huisje
Met een grachtje eromheen
Vol met liedjes, vol met versjes
Van De Wijs en van Van Veen
Van Suzanne aan het water
Tot de schemer is gedaald
En je niet langer meer verdwaalt